Wat is het?

De gemeente moet gladheid op wegen binnen de bebouwde kom bestrijden. De gemeente strooit als de wegen glad worden door bevriezing, sneeuw of ijzel.

  • Als eerste strooit de gemeente op doorgaande routes, zoals busroutes, hoofdwegen en toegangswegen tot wijken.
  • Daarna wordt gestrooid op wegen naar huisartsen en verzorgingshuizen en straten bij winkelcentra en in woonwijken.

Strooien helpt niet altijd

Hoewel we ons uiterste best doen, kunnen we niet garanderen dat het nergens in onze gemeente glad is. De strooiwagens kunnen immers niet overal tegelijk zijn. Bovendien zorgt alleen strooien er niet voor dat de gladheid verdwijnt. Hoe meer verkeer er over het zout rijdt, hoe sneller de sneeuw- / ijslaag verdwijnt. Verder werkt strooien ook niet goed als de temperatuur te laag wordt. Als het meer dan acht graden vriest, werkt het zout/pekel niet meer optimaal.

Het is dus zaak voorzichtig te zijn als er gewaarschuwd wordt voor gladheid. Ook als er gestrooid is.

En natuurlijk zorgt u ervoor dat uw auto klaar is voor de winter. Winterbanden met de juiste spanning en een goed profiel verhogen de veiligheid aanzienlijk. Net als goed zicht. Zorg er dus voor dat uw ruitenwissers goed werken en dat u voldoende vloeistof heeft.

Zelf de stoep schoonhouden

Wij strooien wel, maar komen niet overal. We strooien bijvoorbeeld niet op de stoep. Als het gaat sneeuwen, zult u rondom u eigen huis zelf de sneeuw moeten ruimen. Ook bij ijzel, e.d. moet u uw eigen stoep ijsvrij houden.

Wie bepaalt of er gestrooid wordt?

De gladheidbestrijding wordt uitgevoerd volgens een vooraf vastgesteld uitvoeringsplan. Zodra er een melding van de provincie binnenkomt dat het glad wordt, onderneemt de gemeente actie. De gemeente beoordeelt of er in onze gemeente gestrooid moet worden (eventueel na bezoek van kritische locaties) en roept de strooiploegen op. De drie strooiauto's en de trekker beginnen uiterlijk dertig minuten na deze oproep tegelijkertijd met de strooiwerkzaamheden.

Hoe werkt het?

Strooien in fasen

Het strooien gebeurt in verschillende fasen. De gedachte daarachter is dat er het eerst gestrooid wordt op wegen en (fiets)paden die het meest gebruikt worden. Ook wegen die om een andere reden belangrijk zijn worden meteen gestrooid. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om busroutes, straten naar het station, wegen naar industrieterreinen enzovoorts.

Hofjes en dergelijke worden in principe als laatste gestrooid. Voor deze gebieden doen wij een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de burgers. Sowieso geldt dat iedereen zelf verantwoordelijk is voor het vegen van de eigen stoep (voor het huis).

Fase I (direct zodra de gladheid is gesignaleerd, ook 's nachts)

De hoofd-, bus- en fietsroutes binnen de bebouwde kom zijn binnen anderhalf uur na vertrek van de strooiauto gestrooid. Dit kan langer duren als het veel sneeuwt.

De hoofd- en fietsroutes buiten de bebouwde kom worden daarná gestrooid. Dat duurt ongeveer anderhalf uur, waarmee de totale strooitijd op ongeveer drie uur uitkomt. Dit kan langer duren als het veel sneeuwt.

Fase II bij aanhoudende sneeuwval (volgt op fase I, alleen overdag)

Dit zijn alle overige wegen in de gemeente. Het strooien van deze wegen kost ongeveer een dag.

Fase III bij aanhoudende sneeuwval(volgt op fase II, alleen overdag);

Als de situatie op de hoofd- bus- en fietsroutes ná fase II nog goed is, gaan we over naar fase III en worden hofjes en dergelijke gestrooid. Als deze hoofdroutes weer glad zijn geworden, gaan we terug naar fase I.

Extra informatie

Op de meeste wegen wordt er gestrooid door de gemeente zelf. Er zijn enkele gemeentelijke wegen die door derden, provincie of buurtgemeentes worden gestrooid. Provinciale wegen in de gemeente worden door de provincie gestrooid en de rijkswegen door Rijkswaterstaat. De gemeente Wierden strooit op haar beurt ook in buurtgemeenten.