Vrijkomende agrarische bebouwing (VAB)
Wat is het?
Vrijkomende Agrarische Bedrijfsbebouwing (VAB) is een regeling om agrarische bedrijfsbebouwing opnieuw te gebruiken voor nieuwe (niet-agrarische) functies.
Doel van de regeling
Het hoofddoel van hergebruik van VAB is van sociaal-economische aard. Door de regeling wordt ruimte geboden aan nieuwe activiteiten voor het landelijk gebied. Daarnaast wordt de omgevingskwaliteit (uitstraling) verbeterd.
Wat moet ik doen?
Contact opnemen
Wilt u weten wat in uw situatie de mogelijkheden zijn? Neem dan contact op met het loket Bouwen en wonen.
Schriftelijk verzoek
Om deel te kunnen nemen moet u een schriftelijk verzoek indienen bij de gemeente. Hierin moet u duidelijk aangeven wat de bedoeling is en welke wensen u heeft.
Ook moet u een kaartje bijvoegen waarop duidelijk staat aangegeven waar de activiteiten gaan plaatsvinden of waar sloop en nieuwbouw gedacht is. Bij sloop moet u, naast de locatie, ook de oppervlakte van de te slopen gebouwen aan-geven.
In veel gevallen zal het bestemmingsplan moeten worden gewijzigd om uiteindelijk medewerking te kunnen verlenen. Houd er rekening mee dat dit soort procedures behoorlijk wat tijd kunnen kosten.
Hoe werkt het?
Criteria om in aanmerking te komen
Niet alle niet-agrarische activiteiten kunnen overal in het landelijk gebied worden toegelaten. Om in aanmerking te komen voor de VAB-regeling moet u wel aan bepaalde criteria voldoen:
- In aanmerking komen alleen bedrijfsgebouwen die
- minstens drie jaar vóó r de aanvraag tot deelname aan het VAB-beleid zijn opgericht en
- minstens drie jaar in agrarisch gebruik zijn geweest;
- De activiteiten moeten binnen de bestaande bebouwing plaatsvinden;
- Er mag geen sprake zijn van buitenopslag;
- De nieuwe activiteit mag omliggende agrarische bedrijven niet belemmeren in de bedrijfsvoering;
- De nieuwe activiteit mag geen overlast veroorzaken voor nabijgelegen woningen;
- De bestaande infrastructuur moet berekend zijn op de nieuwe activiteit. Er mag geen sprake zijn van een ‘onevenredige verkeersaantrekkende werking’;
- Eventuele parkeerplaatsen moeten worden ingepast in het groen;
- Het gebouw moet landschappelijk ingepast zijn / worden. In sommige gevallen betekent dit dat u een landschapsplan of beeldkwaliteitsplan voor het totale erf (en de directe omgeving) moet indienen;
- Als objectief is vastgesteld dat er sprake is van ‘karakteristieke bebouwing’, kan een woonfunctie worden toegekend aan de vrijkomende agrarische bebouwing;
- Het VAB-beleid mag ook worden toegepast voor nevenfuncties bij agrarische bedrijven;
- De schuren en het erf moeten hun agrarische uitstraling behouden. Deze uitstraling moet waar mogelijk zelfs versterkt worden;
- Een combinatie van hergebruik (VAB) en Rood voor Rood op een perceel is onder voorwaarden mogelijk. Hiervoor zal wel extra gesloopt moeten worden;
- Er mag alleen sprake zijn van detailhandel als dit kleinschalig en duidelijk ondergeschikt aan de ‘hoofdactiviteit’ is. De detailhandel moet ook een direct relatie met de hoofdactiviteit hebben;
Ervenconsulent
Als het gebruik en/of inrichting van een perceel of erf wijzigt, kan het nodig zijn dat een een advies wordt gevraagd aan de ervenconsulent van Het Oversticht. Dat advies vraagt de gemeente voor u aan. Het advies van de ervenconsulent gebruikt u voor het maken van het landschaps- of erfinrichtingsplan dat u bij uw aanvraag moet inleveren
- In aanmerking komen alleen bedrijfsgebouwen die
Afspraak maken
Wij werken op afspraak. Hoe u een afspraak kunt maken, leest u op de pagina 'Afspraak maken'.
Meer weten?
- Vragen?
- Loket Bouwen en wonen
- Documenten